Historiek
Het doel van de vereniging is het in stand houden van oude jachttradities.
Meer specifiek wat in verband staat met tijdens de jachten gebruikte hoorns.
Nu zijn hoorns uiteraard niet enkel met de jacht verbonden. Ze werden ook door herders, postiljons, bakkers of militairen gebruikt. Ze hadden een signaalfunctie of men kon van op afstand met mekaar contact houden. Zo verzamelde men een kudde schapen of runderen , meldde men dat er brieven waren aangekomen, verwittigde men dat het brood uit de gemeenschappelijke oven klaar was of gaf men het bevel dat de linkervleugel van de cavalerie moest aanvallen.
Met deze functies is ook het gebruik op jachtpartijen verbonden. Er bestaan bijna vijftig gestandaardiseerde signalen: gaande van het begroeten van de gasten, de bewegingen van de drijvers op het terrein in de hand houden, melden dat het etenstijd is, de laatste eer aan het wild bewijzen tot het aangeven van het einde van de jacht.
Deze signalen moeten door elke deelnemer begrepen worden om op een probleemloze wijze een jachtdag te kunnen beëindigen.
De door ons gebruikte hoorns zijn “Duitse” hoorns: de Parforce en de Furst Pless hoorn.
De oudste is de Parforce hoorn, die zijn naam te danken heeft aan de in Frankrijk ontstane gelijknamige Parforce jacht.
Deze “ceremonie ” had weinig met jagen te maken maar wel met feodale luister.
Men moest immers over veel land, veel paarden en honden beschikken om dergelijke ceremonie te kunnen opvoeren want zowel paarden als honden werden tijdens de “jacht” regelmatig vervangen.
De gebruikte hoorns waren groot en rondgebogen. Ze werden immers niet alleen over het hoofd maar ook over het nog grotere hoofddeksel en schouder gedragen. Beide handen had men nodig om, tijdens de wilde rit, de teugels van de galoperende en springende paarden vast te houden.
In Duitsland werden deze hoorns verder ontwikkeld en voorzien van een stempijp.
Zo ontstonden de door ons gebruikte “Duitse” Parforce hoorn.
De “Fürst Pless” hoorn werd, rond de jaren 1880, in Duitsland ontwikkeld uit een cavaleriehoorn. De Fürsten von Pless zorgden vooral voor zijn verspreiding onder de jagers: vandaar de naam.
Jagen was géén adellijk privilegie meer.
Men jaagde eerder te voet dan te paard en de grote Parforce hoorn was hiervoor
ongeschikt. Omdat communicatie een noodzaak bleef was de kleinere Pless-hoorn veel praktischer. Er werd ook een heel kleine variatie ontwikkeld: de Taschenjagdhorn, die effectief in een jaszak kan worden meegedragen.